woensdag 11 september 2013

Comme à Ostende

Vermaak ik mij? Het regent steeds. Ik laat mijn paraplu liggen in mijn hotelkamer. Ik koop er een onderweg. Ik zeg nog tegen die Indiër, u doet goede zaken met dit weer. Hij zegt, ja die wind, meneer. Die wind ja. Minder dan een half uur later is de plu al geknakt. Met in mijn ene hand het handvat en in de andere het regenscherm stap ik een boekwinkel binnen. Een luizig antiquariaat. “’t Is me het weertje wel, meneer.” De uitbater is een oude man met een kunstgebit. Ik toon hem mijn paraplu. “Aja, maar dat hebt ge zelf gedaan, zeker?” “Het was grotendeels de wind. Ik hoefde nog slechts een knikje te geven.” Volgt een vertoog over goedkope paraplu’s. Hij loopt zelfs naar achter om me de zijne te tonen. “Gekocht in Antwerpen, meneer. In een winkel met alleen maar paraplu’s. Twee keer ben ik hem kwijtgeraakt, twee keer is hij bij me teruggebracht. Etc. etc.” Ik loop naar afdeling Franse literatuur, maar die stelt niets voor. Engelse thrillers in het Frans vertaald. Het exposé van de uitbater gaat door. Je moet geen goedkope dingen kopen. Je moet ook niet te duur kopen. Dat zei zijn vader al. Hij stinkt uit zijn mond. Ik loop naar een andere stelling; hij komt achter me aan gezet en hijgt in mijn nek. Ik loop naar de deur. “Allez, ge gaat zo rap weg, meneer..?” “Ja, ik ga eens eventjes buiten kijken.” Ik vlucht de regen in met mijn gebroken paraplu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten