zondag 28 oktober 2012

Anna Karenina

Ben begonnen in Anna Karenina van Tolstoi. Eindelijk weer eens een dikke negentiende-eeuwse Russische roman op schoot. Op pagina achtenzeventig blijkt een baanwachter onder de trein terechtgekomen te zijn en verongelukt. Tien pagina’s verderop in het boek denkt Anna terug aan het ongeluk en aan de tweehonderd roebel die Wronski aan de weduwe van de baanwachter geschonken had. “Zij voelde, dat hier sprake was van iets, dat met haar te maken had en dat dit niet zo had mogen zijn.” Het spel, kortom, is op de wagen. Of moet ik zeggen …de trein is op de rails?!

zondag 21 oktober 2012

Kutstof TV

Kijk net ff op teletekst wie er te gast zijn bij Kunststof TV. Het wordt een uurtje biografieën. Vincent van Gogh, bien sûr; Maarten Toonder, vooruit; maar Joop van den Ende? Wat heeft die vent met kunst te maken? Joop van den Ende, die staat voor smakeloosheid en amusement, daar wil ik niet mee verveeld worden. Wat besteden ze bij Kunststof TV toch veel tijd aan onbenullige dingen. Laatst hadden ze het over Moeder, ik wil bij de revue en over Dokter Tinus, godbetert. Zat daar die zelfingenomen kwal van een Thom Hofmann net te doen alsof Dokter Tinus een reuze geestige comedy is: ja, ik ben gek… Nee, ik niet: maar de redactie van Kunststof TV wel. Krijgen ze geld of zo van SBS dat ze het over zo’n ongelofelijk kutprogramma hebben?

zaterdag 20 oktober 2012

Interview

In de trein terug naar huis las ik in het Volkskrant Magazine een interview met Zadie Smith waarin ze stelt dat er niets saaier is dan een interview met een schrijver. In haar geval klopte dat. Daarnet las ik op de wc het interview met Esther Gerritsen in de VPRO-gids. Daaruit bleek ondermeer dat Esther Gerritsen ontroert kan raken van een warme wc-bril. Of ik ontroert zou raken wanneer Esther Gerritsen vlak voor mij naar de wc zou zijn geweest, betwijfel ik, maar ik vind het wel een geil idee. (Een fantasie die mij mateloos opwindt: gepijpt worden door een mooie vrouw die met haar dikke derrière op de pot een grote drol van stront zit te draaien). Soms speel ik met de gedachte mezelf te interviewen, allez, daar een verhaal over te maken, een interview als in een magazine, met mij als gevierd schrijver, en dan zo dat er wél boeiende antwoorden gegeven worden.

Dans le café...

Ik dool door een uitgestorven stad. Straatlantaarns die om de honderd meter een plas kil wit licht op het trottoir werpen. Ik ga een café binnen. Een ober achter de bar die een glas droog wrijft. Aan een tafel bij het raam op het binnenterras zit een zware oude man met een plastic tas op schoot naar het gebouw aan de overkant te kijken. Ik ga twee tafeltjes verderop zitten en heb heel even oogcontact met de man die mij aan een kennis van mijn vader doet denken, een Russische immigrant. De ober brengt mij een espresso die ik langzaam opdrink. De oude man blijft naar het gebouw aan de overkant kijken. Ik sta op en loop naar de telefoon achter in het café. Ik blader willekeurig door het telefoonboek en stuit op namen van mensen die ik gekend heb in wat een vorig leven lijkt te zijn; en als ik gericht zoek naar de namen van vroeger dan blijken die verdwenen. Ik loop terug naar mijn plaatsje bij het raam op het binnenterras. De ober staat over de oude man gebogen. De oude man beweegt niet meer.

woensdag 17 oktober 2012

Movie W

De zondagavond was kalm en aangenaam. Met E. en A. koffie gedronken en daarna naar Movie W om A Dangerous Method van David Cronenberg te zien, een film die ondanks de matige recensies zeer wist te boeien. Maar wat een geweldige nieuwe locatie voor Movie W! De Wilhelminaweg, die vanuit de Veerstraat omhoogloopt naar de Generaal Foulkesweg, heeft iets romantisch en sprookjesachtigs met die rustieke woonhuizen en gebouwen met puntdaken aan weerszijden. In de pauze van de film ben ik naar buiten gegaan en heb ik een sigaret lang naar de donkere contouren van de bomen, naar de straat en naar het huis aan de overkant gekeken met in mijn oren niets dan een lichte ruis die door de filmzaal achter mij werd voortgebracht. Een niet te doorgronden mysterie in dat uitzicht. Alsof zich iets bovenreëels openbaarde, alsof het gewone door een toverstafje was aangeraakt en daardoor iets magisch kreeg. Onbenoembaar maar magisch.

zondag 14 oktober 2012

A la recherche du temps perdu

Terwijl we koffie drinken, doet mijn moeder een duik in het verleden. Lang heeft ze met haar zuster in een bed geslapen, zo ging dat vroeger. Een keer droomde ze na een drukke dag in de winkel over haar werk in de kruidenierszaak. Naast het tweepersoonsbed aan de kant van mijn tante stond een nachtkastje met een lade eronder. Midden in de nacht had mijn moeder zich in haar slaap over haar zuster gebogen en het laatje opengetrokken en geroepen: “Buile, Jopke! Er zijn gin buile meer!” Een andere keer had ze, nadat ze op een feestje een paar bessenjenevers te veel had gedronken, op de vloer gekotst aan de kant van mijn tante – daar stond altijd de po, alleen had ze die in haar haast niet snel genoeg kunnen vinden – en mijn tante, die de volgende dag met haar verloofde naar Edam zou gaan en vroeg uit de veren moest, was prompt met haar voeten in het braaksel van mijn moeder gaan staan. “Wa dee ze het! Ge hah ze motte heure, hoe ze te keer ging.” Dan vertelt ze over haar strapatsen in het café, over die keer dat ze tijdens een uitvoering in de grote zaal met brommerhelm op, een lange las aan en een paar sambaballen in haar hand het toneel opkwam en dat iedereen daar zo om lachen moest. “Ik was toen een jaar of zeven. Ik weet nog dat ik me heel erg voor je schaamde. Niet omdat je zoiets durfde te doen, maar omdat wat je deed zo volstrekt talentloos was. Je trok een scheve mond en dacht dat je André van Duin was. Terwijl, het leek niet eens.”

zaterdag 13 oktober 2012

Going nowhere

In jezelf praten, luid en wel, als je een ommetje maakt, en dan ingehaald worden door een fietser die je kent en die je groet, hee Geer, en aan wiens stem je horen kunt dat ie je gehoord heeft: het blijft gênant. “Hee hallo!” antwoord ik met luider stemme en met iets van ironie. En ondanks de gêne toch iets van hilariteit, lachen om mijn eigen bespottelijkheid, ben je vijfenveertig, loop je daar een beetje langs de weg in jezelf te mompelen, en dat lachen ook hard op. Dat lachen dan weer gevolgd door zuchten, zuchten om de nietigheid ervan, de volstrekte zinloosheid en doelloosheid van dat pappen-en-nat-houden-leventje van mij, met daarbij het besef dat het er niet beter op wordt naarmate je ouder wordt en wel slechter en meer van dat deprimerends. Ben gewoon toe aan een lekker wijf, da’s het hele ding. Ben gewoon zwaar toe aan een verdomd lekker wijf. (Maar wat is er verders nieuw?)

woensdag 10 oktober 2012

Zomaar Wat Zeveren...

Masks van Van Der Graaf Generator duurt op het live album Maida Vale 7:20 – precies de tijd die ik er vanavond over deed om van het zwembad terug naar huis te rijden. De laatste noot sterft weg als ik de sleutel in het contact omdraai.
Je zult maar Oek de Jong heten en meer dan tien jaar uittrekken voor een nieuwe roman die tenminste qua omvang zijn magnum opus is maar liefst ook qua stijl en inhoud – en dan tot de grond toe afgebrand worden door Arjan Peters in de Volkskrant. De man zal raar op zijn neus gekeken hebben, no pun intended, na de twee beloftevolle pagina’s die eerder die week in de Volkskrant aan hem gewijd waren.
Alsof er een kurk in mijn kont zat. Ik zat met de Groene in de hand op de plee te persen en Hofland te lezen. Toen er dan eindelijk een harde keutel uit mijn gat kwam, volgde de rest vanzelf, vloeibaar als dikke satehsaus. Je kunt het maar kwijt zijn.

vrijdag 5 oktober 2012

Familiedroom

Misschien komt het omdat ik momenteel Livret de famille lees, waarin Patrick Modiano o.a. over de jeugd van zijn vader en moeder vertelt. Hoe dan ook, vannacht verscheen mij in een droomgezicht mijn vader. De man is al ruim vijfendertig jaar dood; hij stierf toen ik nog een kind was. Hij zag er goed uit, mijn vader, gezond en opgewekt en nuchter zowaar (sorry pa) en hij was in gezelschap van een mooie jonge vrouw van wie ik wist dat het zijn dochter en dus mijn zuster moest zijn. Ze had lange benen en droeg een sexy kokerrok. Ze had iets van Mariëlle Tweebeeke maar ze leek toch ook op mijn moeder, dat is te zeggen, je kon zien dat ze dochter van mijn moeder was, maar qua schoonheid kon mijn moeder niet aan haar tippen, zelfs in haar beste jaren niet (sorry ma). Ze stonden beiden in een soort van kantoorruimte en keken door een grote glazen wand neer op de verdieping eronder waar een soort veilingruimte was voor groente en fruit. Voordat mijn vader kroegbaas werd met hoog privégebruik, was hij groenteboer geweest.

woensdag 3 oktober 2012

Seksdroom

Het is verdomd waar. Als ik te weinig masturbeer, ga ik dromen over seks. Vannacht was het ook weer raak. Ik herinner me niet alles. Wel dat ik me op een zeker moment op een matras bevind en hoewel de situatie ietwat mistig opdoemt voor mijn geestesoog, ontwaar ik een mooie vrouw die een amalgaam is van verschillende vrouwen, met als belangrijk bestanddeel M, aan wie ik al eeuwen niet meer gedacht heb, maar het geval wil dat ik tot tweemaal toe een recensie las van een roman geschreven door een andere M, ook niet mis, ofschoon ook weer niet zo heel bijzonder, en een man die H. geweest zou kunnen zijn. H. is mannelijker dan ik en doortastender en bestijgt M. Ik vind het walgelijk en toch ook een beetje geil. Om me niet te laten kennen sla ik een keer flink op de billen van H. en roep iets als “Zet hem op..!” Als H. klaar is gekomen, nodigt M. mij uit tussen haar dijen. Ik ben een beetje vies van H. en vind het een afstotelijk idee om mijn pik in de door hem volgespoten vagina te steken. Maar M. is mooi en haar schoonheid wint het van mijn walging. Ik ga tot haar in en neuk haar en al neukende hoor ik H.’s zaad klotsen in haar vagina. Dat klotsen maakt dat ik maar niet tot een orgasme kan komen. Dat is bij al mijn seksdromen zo. Ik lig dan waarschijnlijk in mijn slaap met mijn pik tegen het matras aan te rijen zonder dat het wonder zich aan mij voltrekken wil. Maar waarom vertel ik nu dit alles, behalve omdat het onsmakelijk, gênant en geestig is, welnu omdat er in de droom iets mysterieus gebeurde. Ik neukte M. en terwijl ik haar neukte zag ik in haar hals haar naam verschijnen, als een tatoeage of een inkerving, haar naam in geheime tekens, in een schrift dat ik niet lezen kon…