zaterdag 15 mei 2010

Partij voor de Andere Dieren

Op wie te stemmen negen juni? Mijn enthousiasme voor Job Cohen is tanende, het duurt nog wel tien jaar voor ik een linkse VVD’er ben (als dat er al ooit van komt), D66 is mij te nikserig en Pechtold bovendien mijn man niet, op Femke Halsema wil ik liever klaarkomen dan stemmen, blijft over de Partij voor de Dieren. Die naam staat me om te beginnen tegen, het zou de Partij voor de ANDERE Dieren moeten zijn, want de mens is ook een dier, niet waar? Waarom steeds een slechts schijnbare dichotomie benadrukken? (Ik ken heel veel moeilijke woorden.) Die Marianne Thieme, tja wil ik ook best op en in ejaculeren, maar voor de rest vreet ik haar niet zo, ook dat gristelijke gedoe van haar trek ik niet, blijft over Esther Ouwehand: die zag ik bij Pauw en Witteman en maakte daar een goeie indruk. Ga ik toch gewoon lekker op een one issue partij stemmen, vraagteken (ik weet het namelijk nog niet zeker).

vrijdag 14 mei 2010

Spermadouche

Ongeveer een week te laat, maar alsnog de grap. Louis van Gaal, die in plaats van een bierdouche van zijn spelers een spermadouche krijgt, even leutig en kwajongensachtig gedrag van spelers en trainer, die hollend met hoog opgeheven knieƫn en vol jolijt de spermadraden probeert te ontwijken onder luide toejuiching van het publiek. Dijenkletser, toch?

dinsdag 4 mei 2010

een goed verhaal

Gelezen: een goed verhaal van Mensje van Keulen. Was het wat? Ach, het was best aangenaam verpozen. Deed het je wat? Nauwelijks. Nog iets aan toe te voegen? De auteur ontving voor schrijven van het boek een werkbeurs van het Fonds voor de Letteren. Is dat nou nodig? Ik bedoel, ze kan toch ook een baan zoeken en die verhaaltjes in de avonduren schrijven, of ben ik nou zuur? Nee hoor, ik ben het roerend met je eens. Aan vertalers van Proust en Joyce en Pamuk en zo geef je een werkbeurs, want het is van belang dat hun werk voor een ieder in ons taalgebeid toegankelijk is. Maar niet aan schrijvers van vrijblijvende verhalenbundeltjes.

zondag 2 mei 2010

Zondagavond

De dagen gaan in sneltreinvaart voorbij. Ik rijd met mijn auto langs mijn werk en probeer me voor te stellen dat het maandagmiddag is, iets na vijven, en dat ik dan over dezelfde rotonde rij, net als nu op weg naar huis, en tegen mijzelf zeggen kan, zo, de kop is eraf, nog een dagje en we kunnen de week weer doormidden zagen.