zaterdag 26 oktober 2013

De Afvallige


Hallo, ik ben een historische roman.
Ik herhaal ik ben een historische roman.
Je weet het hè ik ben een historische roman.
Het lijdt geen twijfel hoor ik ben een historische roman.
Ik ben een historische roman en je kunt met mij ook lachen:
Mijn protagonist heeft een komische naam en bereidt heerlijke testikels!
En ik ben dus een historische roman.

Kijk dat Bert Wagendorp vijf sterren geeft, ach dat is een journalist, een stukjesschrijver, die snapt niets van literatuur. Maar het boek is ook aangeprezen door Graa Boomsma en door andere gezaghebbende (“gezaghebbende”) critici, zodat bijvoorbeeld ook Piet Gerbrandy De Afvallige in zijn zomerlijstje voor de Groene noemde. Met enige scepsis evenwel. Ben benieuwd na hoeveel bladzijden hij het boek aan de kant heeft geschoven…

donderdag 24 oktober 2013

Maar lezen is niet altijd een feest

Ik dacht ik zal ook een keer iets van Boris Vian lezen, nou dat heb ik geweten. J’irai cracher sur vos tombes vond ik wel een kek klinkende titel, maar ik had me beter ff kunnen informeren over deze “roman” die Boris onder pseudoniem publiceerde. Wat een walgelijk grafboek. Moest dit een soort van aanklacht zijn tegen rassendiscriminatie in de Verenigde Staten of zo? Of wilde hij lekker shockeren en en passant geëngageerd zijn..? Hoe ook het is een platvloerse ongeloofwaardige ongenuanceerde perverse wraakfantasie: zonde van de leestijd. Dat Vian stierf kijkende naar de verfilming van het boek noemen we veelzeggend.

zaterdag 19 oktober 2013

Rendu au sol

Lezen is dikwijls een feest. Met je luie donder op je nest liggen stinken, zuigen op een flink stuk chocoladeletter en maar gaan met die ogen van links naar rechts. Als het boek in je knuisten dan ook nog De Droom van Baudelaire is, zit je helemaal gebakken. Wat een machtig boek! Niks geen academische exercitie maar puur literatureluur. Ik geef meteen toe, het boek vergt soms een inspanning, Calasso gaat niet bepaald op z’n hurken zitten, maar dan lees je een zin maar twee keer of je googlet een woord (theürgie, theologoumenon, hiërodule etc), daar krijg je geen uitslag van. Ondertussen word je meegenomen in de tijd van, in de droom van, in de literatuur van Baudelaire en maak je uitgebreid kennis met grote Franse schilders als Ingres, Degas en Manet. Manet die, zo las ik gotbetert met een Bommelse getrouwd is, in de Bommelse Sint Maarten nog wel, op een steenworp afstand van waar ik nog een tante heb wonen…! (Lekker boeiend.) En dan die laatste twee hoofdstukken, weer exclusief aan de literatuur gewijd, waarin al die laatnegentiende-eeuwse kopstukken voorbijkomen en hun juiste plaats krijgen toegewezen, en dat allemaal zo vanzelfsprekend en ontegenzeggelijk en raak. Flaubert, Proust, Rimbaud, De Lautréamont, Nietzsche, al die heerschappen van wie ik ongeletterde boer in dit leven de werken heb doorgeploegd en van hun genie heb geproefd, ze komen allemaal aan bod en worden in het zonnetje gezet. Wat zeg ik… In een stralende zon! Wat zeg ik… Dit boek is zelf een stralende zon! Hé Roberto Calasso… doe mij nog zo’n boek!

zaterdag 12 oktober 2013

Nagellak 1


Een zaterdagochtend aan het einde van de zomer. Met een groep oudere jongens zwierf ik door de weilanden. Samen met Tonnie was ik de jongste van de groep; zes, hooguit zeven zullen we geweest zijn. Tonnie was wilder en stoerder dan ik. Hij had rode nagellak op zijn nagels, zag ik, en ik lachte hem uit. “Tonnie is een meisje!” zei ik vrolijk en Tonnie duwde mij tegen de grond waarop ik begon te huilen. Als ik gehuild had, dan was mijn dag verpest: dat was de stille maar onwankelbare afspraak die met mezelf gemaakt had en waar ik mij aan te houden had, en zo kwam het dat het niet zozeer het korte handgemeen met Tonnie was dat mij verdrietig stemde noch de pijn die hij mij deed (want hij deed mij nauwelijks pijn, hij moest zich gewoon ten overstaan van de oudere jongens even laten gelden, even laten zien dat hij niet met zich sollen liet) maar het besef dat de rest van die vrije dag zo vroeg in de ochtend al verpest was door mijn tranen.

zaterdag 5 oktober 2013

Het echte werk

Mensheid! Ik heb voor het eerst in mijn leven een boek van Marcel Proust in het Frans gelezen..! Niet A la recherche du temps perdu, daarmee wacht ik tot mijn pensioen of anders in een volgend leven, maar La fin de la jalousie et autres nouvelles, een bloemlezing uit Les plaisirs et les jours, die ik voor twee euro op de kop tikte in een boekhandel in Arras. De zinnen nog niet zo lang en meanderend als in Recherche maar nog altijd lang genoeg om af en toe de draad kwijt te raken. Het lezen vergde kortom inspanning. Maar dan sta je wel honderd pagina’s lang oog in oog met een uitzonderlijk literair talent in wording. (Dat is zoiets als Neymar zien voetballen tijdens de Confederations Cup.) Het titelverhaal is de filosofie van Schopenhauer vertaald in verhalend proza. (Proust, Mann, Tolstoi, ze staken allemaal hun licht op bij de grote wijsgeer.) (Het mag bekend worden verondersteld, maar ik meld het toch even.)

vrijdag 4 oktober 2013

Uitmelken

In de Groene Amsterdammer wijdt Joost de Vries vier kolommen aan de seksboeken van Jamal Ouariachi, David Pefko en Daan Heerma van Voss. Boven het stuk prijkt een foto van het drietal, dat poseert in een bos met dunne naaldbomen. Alsof het de leden zijn van een of andere interessantdoenerige indie rockband. De Vries schrijft dat A.F.Th van der Heijden het duidelijke voorbeeld is voor Jamal Ouariachi. Dat trof mij, omdat ik Jamal met zijn kornuiten deze week aan tafel zag zitten van het zeer sexy praatprogramma Tijd voor Max en mij toen opviel dat hij in zijn manier van praten, in zijn intonatie en in zijn mimiek erg veel weg heeft van diezelfde A.F.Th van der Heijden. Net zoals ik, toen ik Anton Dautzenberg voor het eerst op televisie hoorde praten, meteen aan Ronald Waterreus moest denken, maar dat geheel ter zijde.

Borgman

Gisteravond zag ik Borgman. We zaten met zijn vijven in de zaal. Een oud stel, een jong stel & ik zei de gek. Na afloop van de film vonden het oude en het jonge stel elkaar in hun verbouwereerd zijn. “Je verwacht toch dat aan het einde de puzzelstukjes in elkaar vallen…” En als dat dan niet gebeurt, zijn mensen met een dergelijk verwachtingspatroon teleurgesteld. En dat terwijl de quote waarmee de film opent “En zij daalden neer op aarde om hun gelederen te versterken ” de verwikkelingen in de film toch in een tamelijk samenhangende en verklarende context plaatst… Als ik naar een film van Alex van Warmerdam ga, heb ik maar een verwachting, namelijk dat een personage op een onverwacht moment in de film totaal ongefundeerd poep zegt. Uiteindelijk was ik dus degene met een onvervuld verwachtingspatroon. Toch had ik in tegenstelling tot mijn zaalgenoten een plezierige filmavond gehad.