zondag 9 september 2012

Het geschenk

Toen ik vorige week donderdag vanuit Amsterdam terugtreinde naar huis, las ik in de Groene Marja Pruis d’r recensie van Het geschenk, de derde roman van Philip Snijder, die in de Volkskrant welwillend besproken werd. Marja Pruis is een stuk kritischer en dat mag, maar wat mij verbaasde, is dat zij haar belangrijkste punt van kritiek, namelijk “…de neiging van de schrijver iedere gedachte, kriebel, ergernis en overweging van zijn hoofdpersonage volledig uit te schrijven in bloedeloze passages” illustreert met deze in mijn ogen juist boeiende meditatie: “In de jaren na het eindexamen was leven – ik zag het gelaten onder ogen terwijl ik een stuk van mijn frikandel wegkauwde – van lieverlede een systematisch ontwijken van ongemakkelijke situaties geworden. Eigenlijk was die fletse strategie inmiddels de enige echte drijvende kracht achter mijn bestaan. Niet de vraag: Hoe kom ik er? Gaf richting aan mijn daden, maar: Hoe kom ik er weg? of: Hoe kom ik eromheen? Het ongetwijfeld loodzware bezoek aan die Groningse grootvader in het bejaardenhuis, het gevecht tegen mijn laaiende tegenzin dat ik daarvoor zou moeten aangaan: hoe kon iemand als ik, die ongeveer even krachtig in het even stond als de lellen patat tussen mijn vingers, zichzelf daartoe brengen?” Het menselijk tekort of het menselijk onvermogen, een toch niet te onderschatten thema in de literatuur, op even laconieke als pregnante wijze onder woorden gebracht. Iets waarop ik Marja Pruis, wier tweewekelijkse column in de Groene ik meestal lees, nog niet heb kunnen betrappen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten