maandag 10 juni 2013

Tussen spiegels

Las vandaag Tussen spiegels geboren, een interessant artikel in de Groene Amsterdammer waarin Nina Polak twee boeken bespreekt: How Literature Saved My Life van David Shields en Living, Thinking, Looking van Siri Hustvedt. Shields is een romandoodverklaarder, Hustvedt juist een pleitbezorger voor de roman. Het is met name Shields die aan bod komt in het artikel; zijn beweegreden worden uiteen gezet en geanalyseerd. Ik bespeur bij mijzelf ook steeds meer wantrouwen richting de strak gecomponeerde roman; de schrijver ervan moet van goeden huize komen wil hij ermee op mijn instemming kunnen rekenen. De echtgenoot van Siri Hustvedt, Paul Auster, is typisch zo’n voorbeeld van iemand die naar Shields zou moeten luisteren. Zijn romans, zeker diegene waarin de personages voor levensecht moeten doorgaan, zakken dikwijls door het ijs, terwijl zijn non-fictie werk, zijn betekenisliteratuur, The Invention of Solitude, Hand to Mouth, Winter Journal, soms prachtig proza oplevert. “Zo ver als Hustvedt haar nek uitsteekt naar onbekende gebieden…” schrijft Nina Polak. Is dat jezelf een dichterlijke vrijheid veroorloven of slordigheid? Hoe dan ook, niet mee inzitten, boeit niet, geeft mij de gelegenheid om dit stukje quasi achteloos af te sluiten met een citaat van Auster uit een van de meest cruciale teksten uit Winter Journal, waarin de schrijver vertelt over het bizarre auto-ongeluk waarin hij met zijn gezin betrokken raakt en waarbij gevreesd wordt voor zijn vrouw Siri haar mooie nek: “After two Cat scans and a number X-rays, the doctors announce that no bones are broken in your wife’s back or neck. Happy, all of you happy, then, in spite of this brush with death, and as you leave the hospital together, your wife jokingly reports that the doctor in charge of conducting the CAT scans told her that she had the most perfect, most beautiful neck he had ever seen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten