dinsdag 1 september 2009

Ik ben een ezel die zichzelf een wortel voorhoudt

Zonder ambities, zonder doelen om na te streven, is het leven vrijwel onleefbaar: een gapende lege ruimte, een zich uitstrekkende woestenij, waar je doorheen moet, met als enige verlossing dat wat sommigen juist de meeste angst aanjaagt: de dood. Tenminste, dat geld voor mij, voor types zoals ik. Tenzij wij verlossing vinden in dat tweelingzusje van de dood, de liefde that is, moeten wij ons doelen stellen om ons te behoeden voor de wanhoop. Een van die doelen, een van die sluimerende aspiraties is columnist te worden. Een kolom in een krant; een vrijplaats, een plekje waar ik helemaal mezelf kan zijn of juist niet, waar ik doen en laten kan wat ik wil met als enige restrictie een maximum aantal woorden of tekens. En het hoeft niet zo heel moeilijk te zijn. Ja, zo plek vinden, dat wel, dat is problematisch; maar ik bedoel er invulling aan geven, dat is tamelijk eenvoudig. Het vergt enig taalgevoel –nog een te nemen hobbel wellicht – maar voor de rest is het een kwestie van absorberen en filteren. Wat je ziet, hoort, ruikt of op welke manier dan ook gewaarwordt, weergeven of erop reageren of reflecteren. De wereld door jouw ogen gezien, dat is het, dat is genoeg voor een column. Woorden geven aan je waarneming, bewust stilstaan bij wat je waarneemt en je erop concentreren, en er dan woorden aan geven. En plagen natuurlijk. Een spel spelen. Provoceren en verwarring stichten. Dingen zeggen als, “ja u hebt het maar zwaar te stellen met uw columnist van dienst.” En ondertussen een absolute cultfiguur worden. Zo een als die in Het Zwarte Boek van Orhan Pamuk. Zo een voor wiens columns de mensen alleen al de krant kopen. Om zijn stem te horen. Zijn verslavende stem. Het zou iets zijn. Gesteld dat het niet lukt met proza van langere adem. Maar eerst proberen we dat nog een poosje. Een mens als ik moet zichzelf doelen stellen; zonder ambities vaart niemand wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten