zaterdag 4 juli 2009

Sexy hoor, zo'n scheve mond

Een mens moet wat, bijvoorbeeld naar de bioscoop. La Fille du RER in de matinee. Mooie film nochtans en een bijzonder fraai jufke dat de hoofdrol speelt - even spieken - Emilie Dequenne. Ik zit naar haar te kijken, ik zit me aan haar te verlustigen, en ik denk aan wie doet zij mij toch denken? Die grote bos haar, die gerust een chevelure genoemd mag worden, maar vooral ook die mond, en dan vooral als ze lacht… Die scheef trekt als ze lacht… Heel charmant, maar niet uniek. Welke vrouw had nog meer zo’n volle haardos en zo’n charmante scheve mond? Ik denk en ik peins en ik pijnig mijn hoofd, vruchteloos, het wil me niet te binnen schieten… Of toch - Yvonne van Gennip! Niet de allermooiste vrouw natuurlijk, laat staan de charmantste – eerlijk gezegd vond ik haar altijd nogal een doos, zo’n feminiene equivalent van de ideale schoonzoon, zeg een vrouwelijke Dirk Kuyt als je me volgen kunt – en evenmin uitgerust met zware krullenpracht. Maar ze had wel zo’n mond. En ze had ook –en misschien heeft ze die nog, wie weet- lekkere breje heupen en stevige bovenbenen, en met haar gespierde billen een paar lekkere stootkussens waartegen ik eens even lekker tot stilstand zou willen komen: ik bedoel, daar niet van. Maar de gelijkenis was niet bevredigend en ik broedde voort in het donker van de bioscoop totdat het me te binnen schoot: die zielige eenzame muts die verliefd wordt op Robert DeNiro in Heat, verdomd, die had ook zo’n chevelure en ook zo’n heerlijke scheve mond met van die zachte volle lippen gemaakt om een man oraal plezier te verschaffen… Maar het was een mooie film of had ik dat al gezegd?

Na afloop van de film mijn blik omstandig gelaafd aan het fraai geëtaleerde vrouwenvlees op de Oudegracht. De good old deinende kontjes en schuddende tietjes en blote benen en al. “Ik durf het bijna niet te vragen, mevrouw, maar zou ik even, al is het maar heel even… Nee, ik durf het toch echt niet te vragen.” Onderweg bij de Platenboef Udu Wudu (met trema’s) van Magma gekocht en Aqualung van Jethro Tull. “Sitting on a park bench – Eyeing little girls with bad intent.” Bij Broerse L’Oeuvre au noir van Marguerite Yourcenar, Tegen Sainte Beuve van Marcel Proust en, voor op de wc, Doodverf van Adrie van der Heijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten