zaterdag 18 juli 2009

Patrick Modiano

« Je n’ai rien à confesser ni à élucider et je n’éprouve aucun goût pour l’introspection et les examens de conscience. Au contraire, plus les choses demeuraient obscures et mystérieuses, plus je leur portais de l’intérêt. » schrijft Patrick Modiano op pagina 45 van Un pedigree, en goed beschouwd geldt dat met name voor zijn romans. Tonen, beschrijven; niet analyseren of interpreteren –of toch alleen bij hoge uitzondering. Wellicht lukt het hem juist daarom zo goed om steeds maar weer die dromerige sfeer te creëren en dat schimmenspel op te voeren waar ik zo vatbaar voor ben. Ook nu heb ik me een week lang verheugd op mijn lectuur en er dito van genoten, ofschoon Un pedigree in die zin uit de toon valt dat het geen roman is maar een autobiografische terugblik op zijn jeugd en zijn verhouding tot –en ook wel afrekening met – zijn ouders. Hier worden wel degelijk oordelen geveld en zijn ouders, een vader die hem steeds maar in een pensionaat wil stoppen en een koude hooghartige moeder die er niet voor terugdeinst om hem geld af te troggelen, komen er bepaald bekaaid van af. Wat Un pedigree zo interessant maakt is dat er allerlei figuren en voorvallen de revue passeren die in al dan niet licht gewijzigde vorm terugkomen in zijn romans, soms zelfs onder dezelfde naam. Gay Orloff bijvoorbeeld, de mooie jonge Russin. En ook haar zelfmoord. De DS 19. De appartementen waar kantoor gehouden wordt en waar zaken worden gedaan die onopgehelderd blijven. Un pedigree is een kijkje in de keuken van de schrijver. Behalve het procedé waarmee ik dit stukje begon, krijg je in Un pedigree dus ook de ingrediënten voorgeschoteld van Modiano’s romankunst.

Soms verbaas ik me erover dat zijn procedé zo effectief is. Ik lees een roman van hem en probeer uit te maken waarom zijn werk fascineert in plaats van verveelt. Ik bedoel, het komt voor dat iemand, zeg een jonge vrouw over straat loopt en dan naar een bevriende man gaat om te kijken hoe het met hem is en dat schrijft Modiano dan op, hij laat haar de trap oplopen en het appartement binnengaan – en de volgende alinea heeft ze alweer afscheid genomen en loopt ze op het trottoir. Niets van het bezoek wordt aan je medegedeeld. Geen stukje gesprek, geen inkijkje in het appartement van de man; niets. En toch boeit het. Ik weet ook niet hoe hij het doet. Maar hij doet het. Ik ben verslaafd aan het werk van Patrick Modiano.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten