maandag 13 april 2009

Filmscène

Een sombere, eenzelvige man, groot en vervaarlijk, loopt weggedoken in zijn kraag en verdiept in zijn gedachten door een donkere stad. Hij steekt zonder op- of omkijken een zebrapad over en wordt daarbij bijna omvergereden door een auto die nog net op tijd tot stilstand komt. De kentekenplaat van de auto op ongeveer tien centimeter van de schenen van onze duistere filmheld. Hij zet zijn handen met gespreide vingers op de motorkap van de auto, waarbij van links naar rechts -op elke vinger, duimen uitgezonderd, een teken- F U C K Y O U ! te lezen is, en kijkt, alsof hij plotseling - en erg tegen zijn zin – ontwaakt in een wereld die hem vreemd en vijandig is, dreigend op naar de bestuurder achter de voorruit, die het van angst bijna in zijn broek doet. Onze held doet het niet in zijn broek, dat is wel duidelijk. Want wat zien wij gebeuren als de camera op zijn middel inzoomt? Hij gespt zijn broek los, stroopt hem onderbroek incluis naar beneden, keert zich om en draait een bolus van jewelste bovenop de motorkap. Close up van grote dikke dampende bolus van poepenstront. Dan hijst onze held zijn jeans op en vervolgt zijn weg, alsof ie zojuist een kwade droom van zich heeft afgeschud en het leven daarmee een stuk lichter is geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten