donderdag 24 september 2015

Adriaan van Dis kijkt wat sip ondanks Constantijn Huygens-prijs

Gisteravond laat zat ik met een biertje in mijn ene en een sigaretje in mijn andere hand onderuitgezakt voor de tv naar Pauw te kijken waar Adriaan van Dis in het zonnetje gezet werd omdat hij de Constantijn Huygens-prijs gekregen heeft. Maar het was een zonnetje met een paar wolkjes ervoor. De redactie van het programma had namelijk een paar collega-schrijvers zover gekregen dat ze in de camera iets tegen Adriaan wilden zeggen. Dus kreeg Adriaan kudos van Tom Lanoye en Ronald Giphart en Abdelkader Benali; maar de lof die hij kreeg toegezwaaid betrof vooral zijn ambassadeurschap voor het boek –van zijn exceptionele literaire kwaliteiten werd niet gerept. Wijselijk – ook wel een beetje pijnlijk – want over exceptionele literaire kwaliteiten beschikt Van Dis niet. Ik heb vier of vijf boeken van hem gelezen, die ik best onderhoudend en vermakelijk vond; maar ik was niet, bepaald niet, onder de indruk van zijn stijl. Sterker ik vond zijn stijl soms ronduit saai. Makkelijk uit je woorden komen, moeiteloos kunnen formuleren, het biedt geen garantie voor een pakkende stijl, zoveel blijkt eens te meer uit het werk van Van Dis. Dat hij de Constantijn Huygens-prijs krijgt toegekend, voor Nederland toch een zeer belangrijke oeuvreprijs, zegt dan ook alles over ons kleine taalgebied. Ieder jaar moet toch iemand die prijs krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten