zondag 1 december 2013

De Afvallige II

Ik heb De Afvallige van Jan van Aken gelezen en dat was bepaald geen genoegen. Wat een ontiegelijk slecht boek, onecht, ongeloofwaardig, oppervlakkig, flauwe grappen, vlakke stijl. Toch kreeg de roman in maart van dit jaar maar liefst vijf sterren in de Volkskrant. Hoe kan dat? De recensie was van de hand van Bert Wagendorp. Bert Wagendorp schrijft columns voor de Volkskrant; in het boekenkatern tref je zijn naam zelden of nooit aan. Waarom nu dan wel? Op internet vind ik een stukje van hem uit 2008. Daarin staat dat hij geen tijd heeft voor romans, behalve in de zomer als hij op vakantie is. Hij noemt een paar romans die hij tijdens de zomervakantie gelezen heeft. Daar staan een paar aardige titels bij. Ook valt er te lezen dat hij in 2001 De valse dagenraad las van Jan van Aken en dat hij sindsdien Jan van Aken de beste schrijver van Nederland vindt. Er kunnen twee dingen aan de hand zijn. Bert Wagendorp kent Jan van Aken, mag hem graag en wil hem een opkontje geven of Bert Wagendorp heeft geen kaas gegeten van literatuur. Ik ben niet zo’n complotdenker, dus ga ik voor het tweede. Als een iemand na lezing van slechts een roman de schrijver ervan meteen tot beste schrijver van Nederland promoveert, dan is zo iemand als criticus niet serieus te nemen. Ook het feit dat Wagendorp Proust na honderd pagina’s zuchtend weglegt (zie nogmaals zijn stukje uit 2008), spreekt wat mij betreft boekdelen. Resteert de vraag waarom Bert Wagendorp, die nauwelijks over literatuur schrijft en heel weinig romans leest, in het boekenkatern van de Volkskrant van Arjan Peters een podium krijgt om De Afvallige van Jan van Aken te bejubelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten