donderdag 14 november 2013

Boer op klompen

Mijn moeder zit achter de toog als hij binnenkomt, de boer met modder aan zijn klompen.
-Kunde die klompen nie uitdoen? Ik mottut straks allemaal weer schoonmaken.
-Verrek toch gauw, langharig fornuiskacheltje, gij zie mijn hier nooit meer.
En weg was ie.
Maar een paar dagen later was ie alweer terug, Hannes, en hij dronk vijf borrels.
-Kunde Van Hemert nie bellen dattie me ophaalt?
Mijn moeder pakt de hoorn van de telefoon en draait het nummer dat hij opnoemt en maakt daarbij een fout waarmee het toeval wel raad weet als Hannes de hoorn overneemt en erin blaft:
-Hé ik zit hier in de kroeg van J. Kunde gij me nie komme hale? Ik heh te veul gezope, godverdomme..!
-Ik vermoed dat u verkeerd verbonden bent. U spreekt met de dominee in D.

En jawel, jongens en meisjes, dat is allemaal waar gebeurd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten