woensdag 9 januari 2013

Grappig zijn

Mijn jeugdvriend P. is in zijn leven tenminste twee keer geestig geweest. De eerste keer was toen hij net als ik een ventje was van een jaar of tien. Een auto stopte en een keurige heer vroeg ons de weg. P. legde uit hoe hij moest rijden. Dankjewel jongens, zei daarop het heertje. Niks te danke, gif mar un tientje, was P. z’n commentaar. De tweede keer dat P. in zijn leven grappig was, vond plaats tijdens de keuring voor militaire dienst. Aan P. werd gevraagd bij welk legeronderdeel hij het liefst zou worden ingedeeld. P: Bij de liggende vrèters. Twee keer, zeg ik, maar dan vergeet ik P. zijn geniale verbastering van de naam van ons docent maatschappijleer. De man heette Euwema. Bij P. werd dat Uienvla.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten