zondag 19 februari 2012

C'est le ton qui fait la musique

In de Groene Amsterdammer van afgelopen week een lang stuk van Marcel Möring over J.D. Salinger. Ik heb indertijd De Vanger in het Graan gelezen en die Negen Verhalen, maar ik ben geen dweper. Daar bel ik niet voor. Waar het me om gaat is het onderscheid dat Möring maakt tussen schrijvers die uitgaan van het verhaal en zij die beginnen vanuit de taal. De laatsten, zo vul ik aan, zijn de lyrici, zij die stem geven aan de aandoeningen van het gemoed. Uiteindelijk is schrijven taal, stem. Compositie en verhaalstructuur zijn uitermate belangrijk, maar belangrijkst van alle is de stem (-die geschoold en getraind de stijl wordt). Lees Sylvie van Gérard de Nerval in het Frans en je hoort zijn stem. Zijn stem (zijn stijl) is zo meeslepend dat je je niet eens bewust wordt van de complexiteit en de perfectie van de compositie van de novelle: het is een volstrekt natuurlijk en organisch geheel dat geen staketsel behoeft. Möring haalt Philip Roth aan wiens alter ego Zuckerman op bezoek gaat bij de door hem zeer bewonderde E.L. Lonoff. Lonoff geeft Zuckerman een prachtig compliment: “Look, I told Hope this morning: Zuckerman has the most compelling voice I’ve encountered in years, certainly for somebody starting out.” Nog steeds, als ik tijdens lange wandelingen dagdroom over literair succes, en alle argumenten die tegen de vatbaarheid van die dagdroom pleiten de kop op steken – en dat zijn er nogal wat, neem alleen al deze zin, waarvan ik maar niet kan vaststellen of het een anakoloet is of niet: ik mis daarvoor het kritisch vermogen - , dan houd ik toch altijd een beetje hoop: mijn stem, mijn toon, mijn hartslag – en daar de bezwerende kracht van. (Tegelijkertijd het doorleefde besef van tekort aan talent en intellectueel vermogen; die dagdromen zijn er uitsluitend om het leven draaglijker te maken.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten