donderdag 9 september 2010

Sabotage

Vorige week samen met een vriend –heel kinderachtig, maar verdomd leuk – een kunstwerk gesaboteerd. We waren in het Stedelijk in Amsterdam en daar heb je nu een kleine witte zaal waar mensen tegen de muur mogen gaan staan, zodat beambten van het Stedelijk hen de maat kunnen nemen. Ze zetten een streepje boven je hoofd en vragen je om je voornaam, die ze vergezeld van de datum op de muur schrijven. Dat is het makkelijke van moderne kunst, het hoeft soms niet veel meer dan een idee of initiatief te zijn. Iedereen in de zaal deed gretig mee, het gevoel deel te mogen uitmaken van een kunstwerk spreekt sterk tot de verbeelding. Ook A. en ik lieten ons aldus vereeuwigen. Later evenwel, toen we in de caféruimte een cappuccino dronken en een beetje lol zaten te trappen, bedachten we dat we ook een hilarische fopnaam hadden kunnen opgeven. “Ik ga terug zo dadelijk,” zei ik. “Ik ga me nog een keer laten opmeten.” “Hoe ga je je noemen?” “Ik ga me Ik Zie Kut noemen.” “Ja hallo, daar trapt never nooit iemand in hoor.” “Wel als ik het heel snel zeg en voor een alternatieve spelling zorg. Wat dacht je van Xikut? Klinkt dat niet heel arty farty?” “Als jij het doet, doe ik het ook. Noem ik me Ik Zie Niks.” “Cool, kun je een palindroom van maken: Xinix.” Enfin, wij omstebeurt terug naar de streepjeszetter. Het was een verse die ons dus niet herkende, en die zonder enige argwaan Xikut, 1 september 2010 op de muur kalligrafeerde. En even daarna Xieniks, 1 september 2010. (A. had second thoughts over de palindroomspelling gekregen.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten