zondag 8 november 2009

Dandy

Op de eerste gang was niets aan te merken, al moet je me niet vragen wat het precies was dat ik gegeten had. Daarna duurde het wachten te lang. Aanvankelijk was er nog afleiding want Remco Campert kwam het restaurant binnen. Hij had een opzichtig wit pak aan en droeg een wandelstok – niet voor steun maar als ornament, een canne, meneer was een dandy in zijn vrije tijd – en hij was vergezeld van een ouwe blonde helleveeg. Ik ben vooringenomen jegens Remco Campert, hij lijkt me geen leuke man, ik weet ook niet waarom, hij schrijft nochtans erg aardig over poezen. In de droom was hij evenwel zondermeer een ijdel en naar sujet en hij liet zich op de koop toe negatief uit over Jan Mulder, met wie hij in werkelijkheid toch prima overweg lijkt te kunnen. Het restaurant was een soort van verdichting van drie restaurants in de Betuwe, waarvan er twee nog bestaan en er een al lang geleden is afgebrand, alle drie restaurants met kwaliteit en – pretentie. Te meer daarom ergerde ik me aan het lange wachten op gang twee. Ik ergerde me heel nadrukkelijk – kwam dat misschien omdat ik voor het slapen gaan zo vaak de woorden exaspĂ©ration en exasperĂ©(-e) had aangetroffen in mijn lectuur van Guy de Maupassant? – en in mijn hoofd was de slechte recensie al voor drie kwart uitgekristalliseerd. De eigenaar van het restaurant moet mijn gedachten hebben kunnen lezen aangezien hij een verdedigingsrede kwam houden; het was juist beleid om de tijd tussen de gangen te rekken, hij had er zelfs een woord voor: conversatietijd. Maar ik was met mijn moeder, ik had geen behoefte aan conversatietijd, ik wilde gewoon lekker eten en dan naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten