woensdag 8 juli 2015

Walging

Een eenzame zak met botten die richting de vijftig loopt. Ofte wel, waar blijft de tijd. Ik herlees La Nausée van Jean–Paul Sartre. (Toen ik op de lagere school zat, zat er een jongetje bij mij in de klas die Jean-Paul heette. Die is later met zijn ouders naar Amerika vertrokken. Anyway.) De eerste keer dat ik die beroemde roman van Sartre las - die toen nog Walging heette want ik was het Frans niet machtig - was eind jaren tachtig. Ik wist nauwelijks iets van literatuur, maar was zoekende. In een televisiegids (was het de Veronica gids of de VPRO gids? – dat ik die switch van televisiegids maakte was veelzeggend) las ik een interview met Frank Boeijen. (Ik vond Frank Boeijen een zelfingenomen pretentieuze kwallenbal van een zak patat, maar blijkbaar vond ik hem toch boeiend genoeg om een interview met hem te lezen.) Frank koketteerde in dat interview met De Walging, een roman van Sartre, die over eenzaamheid ging en zelfdestructie. Ik was al vegetariër, at gezond, rookte niet en ging drie keer in de week hardlopen: toch was het dat woord zelfdestructie dat mij richting boekhandel stuwde – als stuwde een niet te gezochte persoonsvorm is in dezen (ik kan ff niks beters bedenken) (of toch: duwde. Nevermind/peu importe). Zelfdestructie - en wellicht dat er in het interview ook nog gerept werd van introspectie. (Ik zoek naarstig naar een bres in de tijd, om te herbeleven hoe het was: een ongeschoolde, matig intelligente, zichzelf overschattende en tegelijkertijd beschroomde adolescent te zijn, die contact maakt met defaitistische literatuur door een introspectieve roman te lezen: maar ik heb geen tijd, bummer.) En trouwens, die Antoine Roquentin, met zijn existentiële eenzaamheid – als ie zin heeft in sexy time kan ie met de uitbaatster van Rendez-vous des Cheminots mee naar boven, zonder dat ie zelfs maar hoeft te betalen. En maar neerbuigend doen jegens die de Autodidact, alsof het een Untermensch is en meneer Roquentin met zijn interessante gedachten een Übermensch. Zou dat de eerste keer zijn geweest dat ik op dat woord stuitte, autodidact, toen dus, toen ik in 1988 voor het eerst De Walging las? Ik denk het. Maar ik dweepte met het boek. Vooral met die passage waarin Roquentin op een heuvel staat en neerkijkt op de mechanieke leventjes van het klootjesvolk. Het regende zo-even trouwens heel hard maar nu zingen de vogels weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten