zaterdag 11 juli 2015

C'est moi qui fends la nuit

Ik mag dan quasi laatdunkend doen over dat boek van Sartre, maar het is natuurlijk wel een bad motherfucker van een roman… Zo las ik vanavond Roquentins beschrijving van een zondag in Bouville – in een woord magnifiek. Alsof je zelf de eenzame observant bent, door zijn ogen de stad en de mensen ziet en zijn bespiegelingen deelt. Ik heb niet zo veel met die existentialistische filosofie omdat ie mijns inziens elk fundament mist – de mens is niet vrij- maar toch stoort het niet dat de roman toch ook tamelijk nadrukkelijk een romantische verbeelding van die filosofie is. Roquentin die weet dat het avontuur om de hoek van de straat wacht, maar om welke hoek en van welke straat? Il faut pourtant choisir: je sacrifie le passage Gillet, j’ignorerai toujours ce qu’il me réservait. Nou ja, dergelijke overpeinzingen zijn niet de meest boeiende ; de beschrijvingen van het gedrag van de bourgeoisie, de arbeiders en het klerkendom op een vrije zondag die zijn fijn. In de rij staan voor de zondagmiddagfilm. “Plus de cent personnes faisaient queue, le long du mur vert. Elles attendaient avidement l’heure des douces ténèbres, de la détente, de l’abandon, l’heure où l’écran, luisant comme un caillou, blanc sous les eaux, parlerait et rêverait pour elles. »

Geen opmerkingen:

Een reactie posten