maandag 26 maart 2012

Paul Auster

Toen ik jong was, liep ik weg met Paul Auster. En nu, op het midden van mijn levenspad gekomen, vraag ik mij af: waarom? Of Paul Auster was ten tijde van The New York trilogy inderdaad een puike schrijver en is hij na het behalen van een bepaalde leeftijd als schrijver ineengestort, of ik had toen ik jong was en The New York trilogy las te weinig kritisch vermogen. Feit is dat ik Invisible nu bijna uit heb en het een nogal teleurstellende leeservaring was. “The finest novel Auster ever written” staat er op de cover, quote van The New York Times. In een woord unbelievable. Want ofschoon de roman net als zoveel romans de illusie bij de lezer wil wekken dat het om een waar gebeurd verhaal gaat met personages van vlees en bloed, blijft het feit dat de roman een verzinsel is zich voortdurend aan je opdringen en daarbij komt dat het boek, vooral de dialogen, bol staat van gemeenplaatsen en platitudes, als dat niet dubbelop is tenminste, enfin etc. Als ik de tijd aan mezelf had en niet 1000 dingen (duizend vanwege de alliteratie) aan mijn hoofd, zou ik Auster in mijn beste Engels een brief schrijven en hem op mijn zeer legitieme en tamelijk onweerlegbare bezwaren tegen zijn roman wijzen en genoegdoening van hem eisen, als je niks beters dan dit te bieden hebt (of als Brooklyn dwaasheid dat ik ook al zo’n abominabel boek vond, maar daarvan kon ik de schuld nog gedeeltelijk in de schoenen van de vertaler schuiven) neem dan een voorbeeld aan het hoofdpersonage in je roman en hang net als hij de lier in de wilgen, ga rechten studeren en word een jurist die zich inzet voor de minderbedeelden in de samenleving (of zo).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten