donderdag 22 maart 2012

Het moet eruit...

Misschien kwam het doordat ik eergisteren ondanks manhaftig persen niet meer dan een keuteltje gescheten had, misschien moet de oorzaak gezocht worden in mijn vezelrijk dieet, hoe het ook zij, toen ik gisteravond eindelijk, na dik twintig minuten, uitgescheten was, lag er een hoop op de bodem van mijn vlakspoeltoilet, die pas na vijf keer doortrekken in het riool verdween. Waarbij ik de hoop stront tussen de vierde en vijfde keer doortrekken ook nog een duwtje heb gegeven, met tussen de hoop en mijn vingers een paar blaadjes wc-papier, dat dan weer wel. Dik twintig minuten zitten schijten dus, en niet alleen dikke stront, nee, stront van verschillende consistenties. Gelukkig geen knoestige constipatieknollen en ook geen diarree, maar niettemin stront van een zekere variëteit. Het begon met een tamelijk lange drol die makkelijk uit mijn poepertje gleed en die om voor een “gezonde drol” door te gaan misschien net iets te zacht gebakken was. Daarna kwam de dunnere ontlasting, de kledderkak. Geen diarree, zo erg niet, maar te slap om er ballen van te draaien, bij wijze van spreken dan hè, dat spreekt. Al pruttelend en sputterend las ik een stuk over dubbeltalenten van Joost Zwagerman, waarin hij Proust aanhaalde en Bergotte verhaspelde tot Bergosse. Ook las ik nog een column over economie van Paul Tang in de Groene, boeiend. Tot slot nog een tip: leg voor je schijten gaat altijd wat wc-papier op de bodem (ook als je schijt op een diepspoeltoilet, breng een laagje wc-papier aan, zodat het water niet tegen je billen plonst), daarmee voorkom je remsporen in de pot. Zelfs na vijf keer doortrekken…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten