zondag 12 juni 2011

HHhH

Lees momenteel HHhH van Laurent Binet. Ik ben 70 pagina’s ver en ervaar zeker leesplezier, al zitten de interviews met Binet die ik gelezen heb me een beetje in de weg. Ik heb er namelijk moeite mee als hij keer op keer stelt dat hij recht wil doen aan de historische werkelijkheid en niet wil fabuleren. Zo schrijft hij ook. Hij schrijft niet alleen het verhaal van een gruwelijke SS officier en twee Tsjechische verzetshelden die een aanslag op hem plegen, hij vertelt ook heel nauwgezet hoe hij tot de reconstructie is gekomen en weidt daarbij zeer wijdlopig uit over zijn research en over zijn overwegingen iets wel of niet via de fantastische weg toe te voegen. Ondertussen fabuleert hij wel degelijk. Dan kan ook niet anders – zo schrijf je een roman. Daarbij komt, hij doet dat tamelijk opzichtig. In het begin van het boek lees je hoe hij op school geplaagd wordt met de Jodennaam Süss, en hoe hij daarom boos wordt. Na vijftig pagina’s keert dat terug, dan is er iemand van NSDAP die een onderzoek naar hem instelt, veronderstellende dat hij een Jood is. Hij doorstaat het onderzoek, maar de schrijver, die eerder stelt dat hij niet zo gelooft in kantelmomenten in een menselijk karakter, benadrukt dat vanaf dat moment “sa haine croît contre le peuple maudit”. Het boek is werkelijk bedolven onder loftuitingen van zowel binnenlandse als buitenlandse pers: ik moet nog zien in hoeverre dit terecht is. Wat voor Binet pleit is zijn heldere stijl die ook voor iemand als ik met beperkte kennis van het Frans zeer toegankelijk is. In zijn nadeel pleit dat hij afgeeft op Houellebecq, die de man is, zeg zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten