zondag 31 augustus 2014

Zeg het maar

Kort na elkaar twee dunne romans gelezen: De Vierde man van Gerard Reve en Een Liefde in Parijs van Remco Campert. Het was best een poos geleden dat ik iets van Reve las. Zijn briefwisseling met W.F. Hermans was denk ik het laatste en misschien omdat ik hem toen iets te veel door de ogen van Willem Frederik ben gaan bekijken, ben ik een beetje op dat drammerig clowneske van hem afgeknapt. Ten onrechte, want De Vierde Man was 24 karaats leesplezier. Humor en stijl gaan hand in hand in een tamelijk klassieke vertelling die gelardeerd is met erotiek en suspens. Stijl is alles en zoveel weet je des te meer als je Reve leest, daar vloeit bloed door de aderen, daar is een kunstenaar in de weer. In navolging van Patrick Modiano – hij noemt hem ook in zijn boek – strooit Remco Campert gul met Parijse straatnamen. Ik ken er een aantal, in het vijfde arrondissement ook wel eens een hotelletje geboekt. Misschien is Campert ook een stilist, of beter, hij schrijft “verzorgd” proza, en ook hij heeft humor, maar meer van het bedaagde soort; geniale gekte komt bij hem niet voor. Dat is ook zijn makke, denk ik. Er stroomt geen krachtig kunstenaarsbloed door zijn aderen. Een beetje somberen, en meesmuilend over eigen schouder meekijken, maar echt lijden of doorleefde ervaringen zul je in zijn werk niet snel aantreffen. Zo geldt ook voor Een liefde in Parijs. Leuk romannetje, goed uitgedokterd, goed in de steigers gezet en afgeplamuurd, maar zo vrijblijvend, zo sufkutterig, zo labbekakkerig. (En matige plot ook hoor, met die miskramen en die zoon als deus ex machina. …En wat te denken van deze zinsnede: “…in de nabijheid van ‘grote mannen’, die anders dan bloeiende planten tot stof vergaan.” Alsof planten niet tot stof vergaan..? ) Voor een goed humeur dan maar besluiten met een citaatje van Reve: “Opgewonden was ik wel, mede door de dwingende suggestie die van onze opgeslotenheid in het kleine, onpersoonlijke, afgelegen vertrekje uitging, en ruggemergsap had ik nog voldoende in voorraad. Als ik haar nu greep… haar tegen het buro duwde… haar fraaie geplisseerde rokje van haar, haar… zeg het maar.. naar beneden trok en haar dan ‘nam’, zo heette dat toch? Zoude ze schreeuwen of schandaal maken?...”

1 opmerking:

  1. Het hoogtepunt uit Een liefde in Parijs wis een citaat uit Alcools van Apollinaire:

    Maintenant tu marches dans Paris tout seul parmi la foule
    Des troupeaux d’autobus mugissant près de toi roulent
    L’angoisse de l’amour te serre le gosier
    Comme si tu ne devais jamais plus être aimé

    BeantwoordenVerwijderen