zaterdag 5 maart 2011

Neminem laede, imo omnes, quatum potes juva

Mijn dood kwam echt volslagen onverwacht. Als een donderslag bij heldere hemel, zoals dat heet. Onder die heldere hemel zat ik op een zonovergoten terras. De donderslag was een man die een mitrailleur uit een grote sporttas haalde en in het wilde weg om zich heen begon te maaien. Ik was een van zijn slachtoffers.

Alsjeblieft. Dat zou zomaar het begin van een fascinerende roman kunnen zijn, met veel actie en geweld en met, lekker origineel, een verteller aan gene zijde.
Maar sorry, nu even niet. Nu is het tijd voor moraliteit. Luister.

Als de leefregel Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet door iedereen in acht zou worden genomen, hoeft dat noodzakelijkerwijs nog niet tot een vredige en geweldloze samenleving te leiden. Stel iemand vindt het plezierig om, bijvoorbeeld op grond van een seksuele voorkeur, vernederd, uitgescholden en geslagen te worden. Zo iemand zou met een gerust hart anderen kunnen vernederen, uitschelden en slaan, zonder dat hij daarmee die zogenaamde gulden regel overtreedt. Beter is het dus om die regel te herformuleren en wel als volgt: Wat een ander niet wil dat hem geschiedt, joh, doe dat hem dan ook niet. Als iedereen zich daaraan zou houden en daarbij ook niet te beroerd zou zijn om af en toe een helpende hand toe te steken, staat niets het eeuwigdurend vrederijk meer in de weg. Wel nog even natuurgeweld, ziektes, veroudering en andere calamiteiten uit de wegruimen. Dat is ons mensen niet een twee drie gegeven, maar we mogen ook best eens een beroep doen op God: moet die Luie Flikker ook maar eens de handen uit de mouwen steken.

1 opmerking:

  1. Lees momenteel Arthur Schopenhauer: Over de grondslag van de moraal. In een terzijde hekelt hij de Gulden Regel, die in zijn ogen alleen de plichten maar niet de deugden opsomt. Toen ik dat las, moest ik aan mijn eigen filosofasterijtje denken, vandaar.

    BeantwoordenVerwijderen